Rooksignalen
De Forces Nederland Site is vernieuwd! Klik hier om de nieuwe site te laden.
 Hoofdmenu

Over Forces...
Thema's
Posters
Media
Vliegen
Links
Forces NL Forum
Discussies
Commentaren
Steun Forces
Archief
Horror Stories
Artikelen
Analyses

 Navigatie

Hoofdpagina
Terug

 Internationaal

Forces Psychiatry

Canada
Toronto
Manitoba (email)
Italy
New Zealand
UK (email)
Russia

 VS afdelingen

California
Connecticut
Delaware
Duluth
Georgia
Indiana
Maine
Massachusetts
Minnesota
Rochester
USA
Virginia

 Affiliates

Smokers' Club
NYC C.L.A.S.H.

Smoking Paradise
MA Citizens for Freedom
Real Texas Freedom

Ontario Smoking


The Evidence archive The Evidence Archive

What you think you know about tobacco may surprise you

Forces Comité van Aanbeveling


Forces Nederland
E-Mail:
info@forces-nl.org


 

Rooksignalen

PSYCHOLOGISCH EFFECT VAN BEDREIGENDE BOODSCHAPPEN IS VAAG

Ellen de Bruin

Alle rookwaren in Nederland dragen sinds kort niet mis te verstane boodschappen over schadelijke effecten van roken op de gezondheid. Het moet het roken ontmoedigen maar de vraag is of dat zo werkt.

`Roken kan de bloedsomloop verminderen en veroorzaakt impotentie', `Roken veroorzaakt dodelijke longkanker', `Rokers sterven jonger', `Roken kan leiden tot een langzame, pijnlijke dood'.

Roken is slecht; daar kan de roker definitief niet meer omheen nu de pakjes van zijn rookwaar vol dreigende teksten staan. Maar volgens Rob Ruiter, universitair docent toegepaste psychologie aan de Universiteit van Maastricht, spreken die waarschuwingsteksten de mensen op de verkeerde manier aan. In theoretisch opzicht bestaat angstaanjagende voorlichting uit vier componenten, legt Ruiter uit. ``Ten eerste de ernst van de dreiging: als je longkanker krijgt, ga je dood, dat is nogal ernstig. Dan de kwetsbaarheid: denken mensen dat ze longkanker krijgen als ze roken? De derde component is wat we response efficacy noemen: als ik stop met roken, krijg ik dan geen longkanker? En ten slotte self efficacy: kán ik stoppen?'' Van die vier komt de ernstcomponent er in onderzoek als de minst belangrijke naar voren, aldus Ruiter.

En dat is juist de component die in deze en veel andere campagnes gebruikt wordt. Sinds 1 mei 2002 beslaat een van de hierboven geciteerde waarschuwingsteksten, of een van de tien andere, volgens richtlijnen van de Europese Unie ``minstens 40 procent van de buitenachterkant van het betreffende oppervlak van de verpakkingseenheid'', het pakje sigaretten. Doel van de EU-maatregelen: vermindering van gebruik van tabaksproducten, ``veruit de vermijdbare doodsoorzaak nummer één in onze samenleving en in de meeste andere Westerse landen''. Op pakjes shag moeten de teksten minstens 22,5 cm² innemen. Daarnaast moet elke `verpakkingseenheid' voorzien zijn van nicotine-, teer- en koolmonoxidegehalte van het tabaksproduct en van ofwel de mededeling dat roken dodelijk is, ofwel dat roken u en anderen rondom u ernstige schade toebrengt.

Onderzoek naar de effectiviteit van zulke overredende communicatie door middel van fear appeals, zoals het jargon luidt, vindt al sinds de jaren vijftig op grote schaal plaats. Ruiter zelf promoveerde in 2000 op zijn onderzoek naar de effectiviteit van angstaanjagende voorlichting (`Scary warnings and rational precautions: A study into fear arousal and its contribution to precautionary motivation') en doet nu onderzoek naar angstaanjagende televisiespotjes in voorlichtingscampagnes. Ook na jaren onderzoek is het volgens Ruiter nog steeds heel moeilijk om te voorspellen wat het effect van angstaanjagende voorlichting is. ``Dat betekent dat je met het gebruik ervan zeer terughoudend moet zijn.''

Wat in elk geval duidelijk is, is dat bedreigende informatie iets doet met mensen. Dat geldt vooral voor de vraag of mensen denken dat ze zelf longkanker krijgen als ze roken. ``In reviews en meta-analyses komt steeds duidelijker naar voren dat het die kwetsbaarheidscomponent is die mensen motiveert om iets te doen, en dat het die twee soorten efficacy zijn die bepalen welke actie ze vervolgens ondernemen. Dreigende informatie leidt alleen tot het gewenste gezonde gedrag als je er een aanbeveling bij geeft over wat mensen dan wél moeten doen, én als mensen denken dat dat inderdaad effectief is in het wegnemen van de dreiging, én als ze denken dat ze het ook kunnen uitvoeren.'' Slechts één van de nieuwe teksten geeft daarvoor volgens Ruiter een goede tip: ``Ik verzamel die pakjes, en er is er één met de concrete aanbeveling: `zoek hulp', en dan een telefoonnummer en internetadres. Daar heb je dus veel meer aan dan aan alleen een dreigende tekst.''

Angstaanjagende voorlichting per se zet weliswaar aan tot actie, aldus Ruiter, ``maar dat is heel ongericht, dat gaat vaak alle kanten op. Het kan zijn dat mensen doen wat je ze vraagt in die boodschap, maar het kan ook zijn dat ze gaan zeggen `dat is voor mij niet relevant, dat overkomt mij niet'. We vinden keer op keer dat angstaanjagende voorlichting defensieve reacties oproept. Mensen kunnen heel actief zijn in het vermijden en ontkennen van bedreigende boodschappen.''

Ruiter noemt als voorbeeld de stickers met alternatieve `waarschuwingsteksten' (zoals `niet-rokers gaan ook dood') die je kunt kopen of via bepaalde websites zelf kunt maken om op sigarettenpakjes te plakken. En in trendy cafés liggen vaak vrolijk gekleurde kartonnen hoesjes met reclame klaar waar sigarettenpakjes zo in passen dat je de waarschuwingsteksten niet meer ziet. Ruiter denkt dan ook niet dat de huidige waarschuwingsteksten effectief zijn. ``Misschien raak je er zelfs verder mee van huis. Mijn inschatting is dat rokers er de gevolgen van roken meer door zijn gaan ontkennen en dat ze de positieve gevolgen voor henzelf - concentratie, ontspanning, gezelligheid - zijn gaan overwaarderen.''

Daar komt bij dat angst van nature slijt. ``Ik denk dat veel rokers die teksten helemaal niet meer zien op die pakjes. Zulke uitdovingseffecten zijn niet onderzocht als het om angstaanjagende communicatie gaat, maar ze zijn uit de klinische psychologie goed bekend. Als mensen bijvoorbeeld bang zijn voor spinnen, moet je ze ermee in contact brengen, dan neemt die angst af. Maar dan moeten ze natuurlijk wel merken dat er niks gebeurt. In het geval van roken kan de angst inderdaad slijten omdat gevolgen waarop de waarschuwingen wijzen pas op de lange termijn optreden. Dat je over veertig jaar misschien longkanker krijgt, daar zijn jongere rokers helemaal niet mee bezig. Het zou beter zijn als die campagnes zich op korte-termijnnadelen van het roken richten, zoals een slechte adem, een slechte conditie, tandvleesproblemen, of veroudering van de huid.''

Ruiter benadrukt dat het heel moeilijk is om überhaupt gedragsverandering tot stand te brengen met behulp van voorlichtingscampagnes. ``Om gedrag in de gezonde richting te veranderen moet je nogal wat inzetten.'' Vooral de vraag `kan ik wel stoppen?' is een heel persoonlijke. Kunnen grootschalige voorlichtingscampagnes over roken daarbij ooit zinvol zijn? Dat denkt Ruiter wel. ``Maar massamediale campagnes zijn vooral geschikt om dingen mee op de agenda van mensen te zetten. Daarna moet je trachten ze meer persoonlijk te benaderen. Stoppen met roken is heel moeilijk gedrag. Mensen hebben er doorgaans weinig vertrouwen in dat ze het kunnen, al helemaal als eerdere stoppogingen zijn mislukt. Dat vertrouwen zou je ze dus moeten geven. Daarvoor is een kleinschalige, interpersoonlijke situatie nodig, waarin mensen kunnen oefenen.''

En bij het opzetten van de mediacampagnes zelf is volgens Ruiter meer overleg nodig tussen overheid en gedragsdeskundigen. ``Het probleem bij voorlichting is vaak dat zo'n campagne wordt uitbesteed aan een reclamebureau. Dat gaat er mee aan de slag en, net als veel leken, denken ze daar: als je de mensen maar bang maakt, dan werkt het wel. Zo verlies je én de controle op de vorm, waar die reclamejongens natuurlijk goed in zijn, én de controle op de inhoud. Dat is kwalijk. Op grond van wetenschappelijke inzichten zijn er voorwaarden te stellen aan de inhoud van een campagne. Bepaalde componenten zijn belangrijk, als die er niet inzitten kun je de campagne net zo goed laten. En ook moet je het effect van de boodschappen eerst uitvoerig op mensen testen voordat je ze op grote schaal toepast.''

Bron: NRC Handelsblad, 7-9-2002


Zend deze pagina naar een vriendZend deze pagina naar een vriend

Contact:

info@forces-nl.org

Forces Nederland, Dé pro-rokers organisatie van Nederland en België

Levensverwachting bij stoppen | Waalwijk | Duur Genot | Rooksignalen