7

De eerste maatstaf is: Is er een beperking van de uitingsvrijheid? De bestreden
aanbeveling van de Code Commissie levert, gelet op de regeling van art. 61a Mediawet
voor de STER en de "onderling afgestemde feitelijke gedragingen" van IP en SBS, een
beperking van de uitingsvrijheid op.


De tweede maatstaf is of de beperking is voorzien bij wet, d.w.z. heeft de inbreuk op de
uitingsvrijheid een basis in domestic law en voldoet het aan het vereiste van accessibility
doordat het recht, waarop die beperking rust, voldoende kenbaar is en voldoet het
nationale recht aan het vereiste van foreseeability doordat het recht, waarop de beperking
berust, met voldoende precisie is geformuleerd?


De Nederlandse Reclame Code zèlf is niet voorzien bij wet. Verscheidene maatstaven uit
de Nederlandse Reclame Code voldoen bovendien niet aan het vereiste van foreseeabilty.
Deze maatstaven zijn niet met voldoende precisie geformuleerd.


De derde maatstaf van het EHRM is of de Inbreuk een legitimate aim dient. Een legitimate
aim is een door het EVRM beschermd recht of belang.


Het door klager gehekelde risico dat “de rokers in de samenleving worden
gestigmatiseerd" is niet een door het EVRM beschermd belang of recht.


De vlerde maatstaf is of de beperklng necessary In.a democratlc society Is, d.w.z. of
sprake is van een pressing social need en of de inbreuk voldoet aan het vereiste van
proportionality. Dit Iaatste vereiste van het EHRM blijkt het beleid van het EHRM de
vrijheid van meningsuiting te bevorderen. Het verhinderen van verdere publicatie van de
aangevallen advertentie kan In het licht van de rechtspraak van het EHRM moeilijk worden
gezien als necessary in a democratic soc!ety.



5
Juistheid media-uiting
Voor media-uitingen heeft de Hoge Raad bepaald dat deze niet per se waar moeten zijn.
Voldoende Is dat degene, die publiceert, ten tijde van de publicatie voldoende steun vond
In het beschikbare feitenmateriaal. Gelet op de gesignaleerde publicaties In respectabele
kranten (nl. Trouw en Het Financiële Dagblad) alsmede het rapport van de Netherlands
School of Public Health, mocht Achmea uitgaan van de julstheld van het getal van f 6,5
mlljard.6



6 HR 24 JunI 1983, NJ 1984, 801; HR 27 Jan. 1984, 802; HR 27 jan. 1984, NJ .1984, 803.
r

7