Acht jaar dooie politiek
(Uit Tegenspraak,
NRC
Handelsblad)
Ik ben het volkomen eens met Paul Scheffer's
analyse dat we de laatste jaren
(niet alleen de tijd van Paars trouwens!) te maken hebben gehad met een in
zichzelf gekeerde politieke ivoren toren. Leefde in de 70'er en 80'er jaren
de politiek volop door de openlijk getoonde tegenstellingen, in de laatste
jaren was er geen sprake van vuurwerk meer.
Den Haag verloor het contact met de 'werkvloer', de kiezers, die zij beoogd
worden te vertegenwoordigen. Men was zich nauwelijks bewust van de échte
zorgen van de kiezer en hield zich voornamelijk bezig met Europa en controle
krijgen op de samenleving, regeren vanuit het voor vier jaar gegarandeerde
pluche van de regerinsgsstoel. Van de werkelijke zorgen van de kiezer
probeerde men zich nauwelijks op de hoogte te stellen. Files en volle
treinen, de dagelijkse pijn van elke forens, moesten gereguleerd worden met
technische oplossingen. Het werk naar de woonplaatsen toebrengen was er niet
bij in Pronk's Ruimtelijke Ordeningnota. De glamour van de industrie die
zich liever, voor het gezicht van het buitenland, in de randstad wilde
vestigen werd wél gehonoreerd en de files en volle treinen, die de kiezer
wél aan het hard gingen, op de koop toe genomen.
Eenzelfde verhaal is voor een ander kernitem van Pim Fortuyn's 'programma'
op te zetten: het grote stedenbeleid (minderheden, veiligheid). Gigantisch
veel geld werd gespendeerd aan het bouwen van een skyline voor Rotterdam en
het renoveren van de Utrechtse binnenstad. Maar waren dit echt items voor de
kiezer? Nee, vooral paradepaardjes van de burgemeesters en bedrijfsleven. De
echte sociale problemen van de grote steden werden nauwelijks aangepakt. De
welvaart werd vooral geïnvesteerd in 'buitenkant'.
Gezondheidszorg is een ander onderwerp waarop de onvrede zich richt. Niet de
directe gezondheidszorg maar prestigieuze volksgezondheidsitems zogen al het
geld aan omdat men via die weg de controle op de samenleving kon versterken
en het gezicht naar buiten (internationaal) kon verbeteren. Zie bijvoorbeeld
het tabaksontmoedigingsbeleid waarvoor Borst gekoesterd wordt door Gro
Harlem Brundtland.
Kortom, de eigen status prevaleerde en naar de bevolking was er slechts
inertie.
De vadsigheid van de politiek leek echter ook aanwezig in de kiezer, gezien
de opkomstcijfers bij verkiezingen die met sneltreinvaart naar beneden
gingen. Maar er is hier, naast de ongeïnteresseerdheid in de politiek, nog
meer aan de hand: de dagelijkse stress die door het prominent ontbreken van
enig Haags gevoel voor de werkelijke problemen van de kiezer was ontstaan,
moest zijn uitweg vinden. De ellende van het dagelijkse bestaan dreef de
mensen naar hun eigen 'comfort zone' en lethargie was het gevolg.
Pim Fortuyn is helaas de kathalysator die iedereen weer uit zijn lethargie
laat opstaan, kiezer en gekozene. In die zin is het een verfrissende
zeebries. De politiek leeft weer. En dat was hard nodig! Het pluche is er
niet voor de gekozene, maar voor de kiezer. Het wordt tijd om weer te
luisteren naar de mensen die men vertegenwoordigt in Den Haag. En gelukkig
wordt zo ook een hardhandig einde gemaakt aan de ideeën van de maakbare
samenleving en gouvernementalisme.
|