gaat het om iets meer dan de helft. Door het terugdringen van de reclame
moet ook het roken verminderen.”2
Klaagster doet beroep op onderzoek van Het Nederlands Economisch Instituut
over bevoordeling van de Nederlandse schatkist door roken met een bedrag
van 12,6 miljard. Achmea kent dit rapport: een onderdeel van DeeI 3 (pp.
87-138) van een publicatie van de Netherlands School of Public Health,
Tabaksontmoedigingsbeleid, Gezondheidsrapportage
(Utrecht, 21 juli 1998, 145 pp.). Uit het volledige
rapport blijken de kosten het roken het bedrag van 16,5 miljard
aanmerkelijk te boven te gaan;
3
|
Voorkomen is beter dan genezen
|
Achmea sluit aan bij het voornemen van de overheid de consumptie van
tabaksfabrikaten terug te dringen. Verzekeraars hanteren bij een
verscheidenheid aan verzekeringsproducten stimuli voor gedrag dat de
verzekerde begunstigt: bonus/malus regelingen; lagere premies voor
autoverzekeringen in minder risicovolle gebieden; de combinatie van een
hoog eigen risicoen lagere ziektekostenpremies e.t.q.
In de gewraakte advertenties bledt Achmea aan:
“Bij Achmea geven we rokers die willen stoppen graag een steuntje in de
rug. Daarom bieden we bij vrijwel al onze ziektekostenverzekerlngen een
vergoeding voor een speciale cursus stoppen met roken. Wat ons betreft
maken zo veel mogelijk van onze verzekerden hier gebruik van. Want als we
de kosten van roken kunnen verlagen, mag stoppen met roken ons best wat
kosten.”
In de headline vermeldt Achmea de omvang van de maatschappelijke belasting
van roken. De advertentie pretendeert niet een maatschappelijke winst- en
verliesrekening van de handel en consumptie van tabaksfabrikaten te geven.
Achmea vraagt aandacht voor de financiële kosten van het roken:
f 6,5 miljard.
Achmea laat de immateriële belasting van het roken onbesproken: het lijden
aan gruwelijke en dodelijke ziekten. Het staat Achmea vrlj haar
unique selling proposition
uit te dragen door te wijzen op - vermijdbare
— kosten van het roken. Achmea
hoeft niet de financiële voordelen van het roken uit te meten, zoals
lagere pensioenbetalingen voor het voortijdig overlijden van rokers;
florerende begrafenisondernemingen; omzet van longartsen e.t.q.
2
|
Het Financiële Dagblad
17 juni 2000. Zie ook
een lnterview met
Minister Borst In
trouw d.d.
|
|
18 december 1999: “Borst: ‘we hebben gezamenlijk de oorlog verklaard
aan de sigaret.
|
Roken is de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak. In Nederland sterven
ieder Jaar 30.000 mensen aan de gevolgen van roken.’
Speerpunt in het beleid blijft het bestrijden van roken door jongeren.
‘Kinderen worden door de tabaksindustrie verleid om op hele jonge leeftijd
te gaan roken. Ook al beweert de industrie veel te doen aan het
ontmoedigen van roken onder jongeren, die dertigduizend
rokers die er jaarlijks sterven moeten toch weer
worden vervangen door nieuwe, anders Is er straks geen afzet meer. Zolang
wlj in Nederland dit
product niet verbieden, zal de tabaksindustrie er alles aan doen zoveel
mogelijk om te zetten.’”
|