Hoofdmenu
Over Forces... Thema's Posters Media Vliegen Links Forces NL Forum Discussies Commentaren Steun Forces Archief Horror Stories Artikelen Analyses
Navigatie
Hoofdpagina Terug
Internationaal
Forces Psychiatry
Canada
Toronto
Manitoba (email)
Italy
New Zealand
UK (email)
Russia
VS afdelingen
California
Connecticut
Delaware
Duluth
Georgia
Indiana
Maine
Massachusetts
Minnesota
Rochester
USA
Virginia
Affiliates
Smokers' Club
NYC C.L.A.S.H.
Smoking Paradise
MA Citizens for
Freedom
Real Texas Freedom
Ontario Smoking
Forces Comité
van Aanbeveling
Forces Nederland
E-Mail:
info@forces-nl.org
| |
Een vrije keuze voor ongezond leven
Iedereen heeft het 'recht' om te roken of om te dik te zijn. Maar heb je écht
een vrije keuze, als je arm bent? De commissie Albeda vindt van niet.
Door onze redacteur WIM KÖHLER
ROTTERDAM, 24 APRIL. Het sterfteverschil van twaalf jaar tussen arme
laagopgeleide mensen en rijke hoogopgeleide mensen is voor een groot deel het
gevolg van individueel gedrag. De vraag is daarom of het verkleinen van die
klassegebonden gezondheidsverschillen wel een overheidstaak is. Iedereen moet
immers zelf kunnen kiezen of hij rookt of ongezond eet. Aldus de
commissie-Albeda in het rapport 'Sociaal- economische gezondheidsverschillen
verkleinen', dat vandaag verscheen.
"De commissie Albeda vindt unaniem dat beïnvloeding van sociaal-
economische gezondheidsverschillen een overheidstaak is. En onder de deskundigen
in de commissie waren alle belangrijke Nederlandse politieke richtingen
vertegenwoordigd," aldus commissiesecretaris prof.dr. Johan Mackenbach.
"De overheid heeft een taak omdat veel meer mensen die laagopgeleid zijn
roken, inactief zijn en ongezond eten. Dat geeft aan dat het geen vrijwillige
gedragskeuzen zijn, anders zouden de rokers wel gelijk over alle
opleidingsgroepen zijn verdeeld." De commissie zegt daarom dat beleid
barrières ter bevordering van gezond gedrag moet wegenemen.
Iedereen heeft het recht om te roken, om te dik te zijn, kortom, om ongezond
te leven, maar moet daar wel voor kunnen kiezen. Commissiecoördinator dr.
Karien Stronks: "Onderzoek laat zien dat onder bijvoorbeeld Turkse mannen
die bijna allemaal roken de kennis over het gevaar ervan helemaal niet zo groot
is. " Mackenbach: "En uit ander onderzoek naar rookgedrag komt dat
mensen met een lage sociaal- economische status niet ver in de toekomst kijken.
Ze roken om hun stress te onderdrukken. Zo zeggen ze dat. Over de toekomstige
consequenties maken ze zich niet druk."
Onderzoek gefinancierd door de Europese Unie wijst uit dat het
sterfteverschil tussen mensen met hoge en lage sociaal-economische status (SES)
in Noord-West-Europa vooral ontstaat doordat arme mensen op jongere leeftijd aan
hart- en vaatziekten sterven. Ook de sterfte aan maag-, long-, en blaaskanker,
aan astma en andere luchtwegziekten en aan verkeersongelukken is hoger. Die
ziekten komen vooral vaker voor, hoewel een aantal keren is vastgesteld dat
onder mensen die de ziekte hebben de sterfte hoger is onder degenen met een lage
sociaal- economische status. Dat zou wijzen op een verschil in behandeling, of
van toegang tot de zorg. Lager opgeleiden gaan minder vaak naar de medische
specialist, maar het is onduidelijk of dat van invloed is op
gezondheidsverschillen.
De verschillen in gezondheid tussen hoog- en laagopgeleiden ontstaan vooral
door verschil in gedrag, psychosociale omstandigheden en materiële
voorzieningen. Mackenbach: "En door mengvormen van die drie factoren.
Zoals: roken door stress, veroorzaakt door geldgebrek." Mensen met een lage
SES leven duidelijk ongezonder doordat ze meer roken, minder bewegen, vaker
overgewicht hebben en minder groenten en fruit eten. Zij lijden vaker aan stress
door werkomstandigheden of door financiële problemen en hebben vaker
persoonlijkheidskenmerken die slecht zijn voor de gezondheid: ze gedragen zich
bijvoorbeeld vijandig, of leggen de oorzaak van hun problemen bij anderen.
Genetische factoren die de sociaal-economische verschillen van generatie op
generatie in stand houden zijn niet bekend, schrijft de commissie Albeda. Op het
gebied van gedrag en leefgewoonten moet het percentage rokers onder laag
opgeleiden omlaag van 38 procent nu tot 32 procent in 2020. Verminderen van
ernstig overgewicht en van lichamelijke inactiviteit is ook een bereikbaar
tussendoel. De reductie van lichamelijke klachten door het werk en bevordering
van zelfstandigheid bij de organisatie van het eigen werk kunnen volgens de
commissie de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk ook verkleinen. Handhaven
van de voor arm en rijk vrijwel gelijke toegang tot de gezondheidszorg is nodig
om de gezondheidsverschillen niet verder te laten groeien. Mackenbach: "De
gezondheidsverschillen zijn de laatste 20 jaar toegenomen, maar in die periode
is wel bereikt dat de toegang tot de zorg ongeveer gelijk is gebleven. Alleen de
tandartshulp is uit het ziekenfondspakket verdwenen. In Zweden is bijvoorbeeld
wel het verzekerde pakket verkleind en zijn er eigen bijdragen ingevoerd. Dat
dreigde in Nederland, maar het is niet doorgegaan." In Nederland heeft de
genoten opleiding de grootste invloed op iemands sociaal-economische status. In
andere landen hebben inkomen of beroepsklasse een belangrijkere invloed.
Mackenbach: "Dat kan er op wijzen dat in Nederland het vermogen om kennis
te verwerven of te verwerken erg belangrijk is." Een van de aanbevelingen
is daarom om ervoor te zorgen dat het percentage kinderen van arbeiders dat na
de basisschool naar havo of vwo gaat tussen 1989 en 2020 stijgt van 12 naar 25.
Nederland kent, in tegenstelling tot andere West-Europese landen, een
relatief sterke inkomensherverdeling: door belasting en subsidies wordt de
ongelijkheid in bruto inkomens gedeeltelijk genivelleerd. De commissie raadt
nietemin aan om de inkomensverschillen niet verder te laten groeien.
Een andere politiek gevoelige aanbevelingen is om de inkomensverschillen in
Nederland niet verder te laten toenemen dan ze in 1998 waren. Het percentage
'arme' huishoudens in Nederland zou moeten dalen van 10,6 procent naar 8 procent
of minder in 2020. De uitkering aan volledig arbeidsongeschikten moet, volgens
de commissie, gemiddeld op het huidige niveau blijven. Door hier de nadruk te
leggen op volledig arbeidsongeschikten sluit het advies aan bij
uitgelekte plannen van de commissie Donner die over de toekomst van de WAO moet
adviseren.
|