Nederlandse vrouw minder oud
DEN HAAG - Vrouwen in Nederland behoren niet meer tot de oudste van
Europa. Namen zij vijftien jaar geleden nog een koppositie in, inmiddels zijn
zij afgezakt naar de middenmoot. De zuigelingensterfte is in Nederland de
afgelopen jaren minder afgenomen dan in de omringende landen. Ook wat dit
betreft heet Nederland een koppositie verruild voor een plek in de middenmoot.
Onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
bevestigt deze trends die al eerder waren gesignaleerd. Roken is een van de
grote boosdoeners, aldus het rapport. Nederlandse vrouwen roken in
vergelijking met hun seksegenoten elders in Europa veel, ook nog tijdens de
zwangerschap.
Het verschil in levensverwachting tussen rokers en niet-rokers is
aanzienlijk. Vrouwen die roken worden gemiddeld 75,6 jaar. Niet-rokende
vrouwen 81,6 jaar. Bij mannen is dat respectievelijk 69,7 jaar en 77.
Het RIVM verrichtte het onderzoek op verzoek van minister Borst van
Volksgezondheid. Aanleiding was onder meer een ranglijst die de
Wereldgezondheidsorganisatie WHO verleden jaar publiceerde op grond van een
vergelijkend onderzoek in 191 landen. Nederland komt op de 17e plaats.
De sterfte van baby's kort voor of na de geboorte is de afgelopen decennia
in Nederland sterk gedaald. Maar niet zoveel als in andere landen. Daardoor
neemt Nederland hier nu een middenpositie in, terwijl het voorheen tot de
landen met het laagste sterftecijfer behoorde. Hierbij speelt volgens het RIVM
de hoge leeftijd waarop Nederlandse vrouwen moeder worden een rol.
Minister Borst bekijkt de mogelijkheid gerichte voorlichting te geven over
de risico's van zwangerschap op oudere leeftijd, zo heeft zij in een brief aan
de Tweede Kamer laten weten.
Bron: De Telegraaf, 03-04-2001
Leesvoer
Forces Commentaar
Alweer een aanval op roken en rokers, dit onderzoek. Alsof er niet meer
oorzaken zijn van dit soort zaken. Het is duidelijk dat het RIVM weer aan de
leiband van Borst loopt, het Ministerie dat de allergrootste financier is van
dit onderzoeksinstituut.
Al eerder waren er berichten dat het RIVM het niet zo nauw nam met haar
onderzoeksrapporten (zie ook: Jaarsveld).
Na lezing van het oorspronkelijke rapport, zoals hierboven toegankelijk
gemaakt, blijven er inderdaad wat prangende vragen hangen:
- Het rapport staat bol van de grafieken, maar een grafiek waarin
duidelijk een relatie wordt gelegd tussen aantal rokers en aantal
longkanker en astma/COPD gevallen ontbreekt. Hoe kunnen ze dan zo zeker
zijn van het verband?
- Met de 'anti-roken bril' op wordt meteen 'uit de losse pols'
geconcludeerd dat roken de enige oorzaak is van de verminderde groei (niet
afname!) van de levensverwachting van vrouwen. Het is ook het enige
criterium waarop de Europese landen met elkaar worden vergeleken. Andere
duidelijke verschillen tussen landen worden niet of nauwelijks genoemd. Zo
lijken Denemarken en Nederland in heel erg veel opzichten op elkaar:
urbanisatiegraad, agrarische producten, opleidingsniveau en
industrialisatiegraad. De ontwikkelingen in beide landen zijn de laatste
jaren aardig parallel gegaan. Logisch dus dat de ontwikkeling met
betrekking tot levensverwachting ook veel gelijkenis toont.
- Griekenland
en andere zuidelijke landen staan bekend om hun hoge percentages rokers.
Toch is bijvoorbeeld de sterfte ten gevolge van astma en COPD de laagste
van de opgesomde landen. Roken veroorzaker van astma?
- Om de een of andere reden zijn er steeds verschillende landen in de
diverse grafieken opgenomen. Het aantal rokers in Griekenland is
bijvoorbeeld niet in de betreffende grafiek (Figuur 28) opgenomen. Het is
dan onmogelijk de cijfers te vergelijken. Gelukkig weten wij dat het percentage
rokers in Griekenland 46 is (1994). Nederland zit op 36%. Ook is de
sterfte aan longkanker in Griekenland niet in Figuur 13 (Hartziekten) en
16 (Longkanker) opgenomen. Is dit alles opzet of domheid?
- Er wordt wel heel erg makkelijk omgegaan met de oorzaken van astma en
longkanker. Het lijkt alsof er altijd maar één antwoord mogelijk is
terwijl de materie veel complexer is. Oorzaken kunnen o.a. ook liggen
in fijn
stof, overdreven hygiëne en erfelijke factoren.
Na lezing van het onderzoeksrapport ontkom je niet helemaal aan de indruk
dat in het onderzoek zeer selectief te werk is gegaan en naar een conclusie
werd toegewerkt (junk-science).
De hand die je voedt, bijt je niet....
|